Tja, dat was toch te gek? Grote goede Gerrit was niet meer welkom. En waarom niet? Omdat hij te groot was? Omdat hij soms wel eens wat omstootte? Nee, omdat er boze mensen waren die jaloers waren. Jaloers omdat Gerrit populair was. Iedereen hield van Gerrit. Behalve deze boze mensen van het stadsbestuur. De burgemeester had Gerrit willen houden. Ook hij hield van Gerrit. Maar de burgemeester was te bang. Die had die boze mensen nodig om burgemeester te kunnen blijven. Tenminste, dat dacht hij.
Hoe dan ook. Toen Gerrit niet meer in de stad kwam, kwamen er andere mensen naar de stad. En die hadden geen goede plannen. Dat waren boeven. En die hadden al heel snel in de gaten dat Gerrit er niet was. Er was nu niemand meer die hen een pak voor de broek gaf als ze iets steelden uit de winkel. Ze konden eigenlijk gewoon hun gang gaan. En dat deden ze dan ook. Ze werden steeds brutaler. Ze drongen voor bij de kassa en toen dat saai werd, lieten ze de oudere mensen voor gaan bij de kassa. En als die dan betaald hadden voor de boodschappen, dan pakten ze gewoon alles van deze arme mensen af. Het werd steeds leger op straat. Niemand vond het meer gezellig in de stad. Steeds minder mensen durfden de straat op en steeds meer winkels gingen dicht.
De burgemeester had het er heel erg moeilijk mee. Hij was ongelukkig. Gerrit moest terugkomen. Dat wist hij zeker. En toen hij zag hoe slecht het met zijn stad ging besloot hij dat hij Gerrit terug zou halen. Dan zou hij maar zijn baan verliezen. Maar zonder Gerrit, zou hij de hele stad verliezen en daarmee ook zijn baan.
En dus ging de burgemeester op de fiets naar Gerrit. Een beetje met knikkende knieen en een brok in zijn keel. Wat zou Gerrit zeggen? Zou hij terug willen komen? Wat denken jullie?
De burgemeester klopte op de deur en Gerrit reageerde een beetje mopperig. “Wie is daar!!”, riep hij. De burgemeester schrok en zei zachjtes:”Ik ben het, de burgemeester.” De deur zwaaide open en grote Gerrit stond daar en keek boos en verdrietig naar de burgemeester. “En, wat wilt u?”, vroeg Gerrit. “Ik wil dat je terugkomt”, zei de burgemeester, nog steeds heel erg zacht. Gerrit verstond hem niet en zei dat dan ook. “Ik versta er niets van” zei Gerrit, “als u maar niet denkt dat ik terugkom.”
Oef dat was even schrikken en slikken voor de burgemeester. Wat moest hij nu doen? Hij probeerde het op een andere manier. “Gerrit, we hebben je nodig, en je krijgt een hele mooie nieuwe fiets als je weer terugkomt!”, zei de burgemeester met een iets luidere stem. “Nee”, zei Gerrit, “ik kom nooit meer terug, punt uit.” – ” Maar je krijgt ook een heel mooi salaris en een eigen chauffeur en een hele mooie mobiele telefoon!” – “Nee, ik kom niet”, zei Gerrit weer. De burgemeester wist niet meer wat hij moest aanbieden en toen zei hij: “Je mag mijn baan hebben Gerrit, jij wordt burgemeester en je krijgt alles wat ik heb, als je maar terug komt.” En wat denken jullie dat Gerrit zei? Zou hij nu terugkomen? Zou jij terugkomen als je Gerrit was?
Gerrit zei: “Nee.” – “Nee, burgemeester, ik kom niet.” – “Bedankt voor het aanbod, maar ik kom gewoon nooit meer.” En boos en verdrietig, deed Gerrit de deur dicht voor de neus van de burgemeester……… Wat nu? Het was ineens heel erg stil in het bos. Zelfs de vogels maakten geen geluid. De burgemeester wist dat hij niet gewoon terug mocht gaan naar de stad. Gerrit moest terug. Maar wat moest de burgemeester dan nog doen? Wat kon hij nog doen? Wat wilde Gerrit eigenlijk? Het hoofd van de burgemeester draaide op volle toeren en toen ineens wist hij het……
Klop, klop, klop….. “Ja???”, zei Gerrit. “Gerrit, het spijt me”, zei de burgemeester met opnieuw een zachte stem. En ineens vloog de deur weer open! “Wat zei u?”, vroeg Gerrit met een verbaasd gezicht, en hij boog zich voorover om de burgemeester beter te kunnen horen. “Het spijt me Gerrit, dat ik je heb weggestuurd.” – “Ik ben dom geweest Gerrit” – “We waren goede vrienden en dat heb ik kapotgemaakt, wil je me dat vergeven en kunnen we weer vrienden zijn Gerrit?”, vroeg de burgemeester. En het was net of de zon ineens achter de wolken tevoorschijn kwam. En misschien was dat ook wel zo maar het gezicht van Gerrit straalde nog meer dan de zon. “Jpeppieeeeee!!!!”, riep Gerrit, “ik dacht dat u het nooit zou vragen!!!” – “Ja natuurlijk wil ik dat we weer vrienden zijn!!! En grote Gerrit omhelsde de burgemeester en duwde hem bijna plat en toen hebben ze samen thee gedronken en heel erg veel gelachen.
En de volgende dag kwam Gerrit naar de stad. Op zijn oude fiets want een nieuw hoefde hij niet. En alle bomen wuifden weer heen en weer als Gerrit langskwam en ook viel het rek met de frisdrank om maar de winkel eigenaar vond dat fantastisch. Want Gerrit was terug. En hij ging direct op boevenjacht en een paar had hij zo te pakken. Die kregen een pak voor de billen. Alle anderen waren al snel vertrokken. En zo keerde de rust terug. Want Gerrit was weer welkom.
Wat kunnen we hier nu van leren? Jalouzie is niet goed. Ok. Maar dat wisten we eigenlijk al. En Gerrit was natuurlijk veel te groot maar zonder Gerrit kunnen we niet. En sommige mensen zijn te klein of te dun of te dik of te grappig of luidruchtig of misschien gewoon veel te saai. Maar we kunnen niet zonder hen. Maar het belangrijkste wat we van dit verhaal kunnen leren is dat vriendschap belangrijker is dan mooie kado’s en een nieuwe mobiele telefoon. Vriendschap krijg je daardoor niet. Echte vrienden zijn mensen die kunnen vergeven en die om vergeving durfen vragen. En als je iemand kwetst, ga dan niet mooie dingen aanbieden, maar zeg gewoon, sorry. Zorg dan wel dat je het meent. Net als de burgemeester.
Groeten van Meindert!
0 reacties